Richtlijnen voor baliewerkplekken ter preventie van agressie en geweld
Introductie
Onderwerp | Prestatie - omschrijving (voorbeelden) |
Positie balie | Een balie is voor de bezoeker op een logische en vindbare plek gesitueerd. De baliemedewerker heeft direct zicht op binnenkomende klanten. De baliemedewerker heeft vanuit de werkplek zicht op entree, toegang, wachtruimte, toiletten en portaal. Er is geen belemmering door obstakels. Collega’s hebben permanent zicht op de baliemedewerker. |
Afstand tussen medewerker en klant | De diepte van het balieblad is dusdanig dat tussen medewerker en klant voldoende sociaal-veilige afstand aanwezig is (de afstand en diepte van de balie wordt mede bepaald door frequentie en aard van transacties, maar minimaal 110 cm). Een fysieke scheiding tussen medewerker en klant wordt aangebracht. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door: |
Apparatuur | Apparatuur met vertrouwelijke informatie wordt uit het zichtveld van klanten geplaatst. |
Privacy | De medewerkers en bezoekers beschikken over voldoende privacy. |
Licht en lichtinval | De inval van het daglicht is zodanig dat medewerker én klant elkaar goed kunnen zien (dus niet alleen contouren). |
Vluchtwegen | De baliemedewerker kan in noodgevallen snel weg zonder langs klanten te moeten.
|
Materiaalgebruik | Randen en hoeken van het baliemeubel zijn afgerond.
|
Kleurgebruik | Het gebruik van rustige heldere kleuren en patronen maakt de kans op ongewenste omgangsvormen door cliënten (agressie en geweld) kleiner. |