Artikel 10Feestdagen
1. Feestdagen
Feestdagen zijn: nieuwjaarsdag, eerste en tweede paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede pinksterdag, Koningsdag, eerste en tweede kerstdag en 5 mei tijdens lustrumjaren.
2. Afwijking op bedrijfsniveau
Op bedrijfsniveau kan een afwijkende regeling worden afgesproken met de OR of de personeelsvertegenwoordiging. Hierbij geldt dat het aantal verlofdagen met behoud van salaris gelijk moet zijn aan het aantal genoemde dagen in lid 1.
3. Afwijking op individueel niveau
De individuele werknemer kan in overleg met de werkgever afspraken maken over een andere invulling van de afspraken rondom feestdagen. Ook hierbij geldt dat het aantal verlofdagen met behoud van salaris gelijk moet zijn aan het aantal genoemde dagen in lid 1.
4. Uitwisseling feestdagen
Met ingang van 1 januari 2025 hebben werknemers de mogelijkheid om, in overleg met werkgever, per kalenderjaar twee feestdagen waarop zij normaliter zouden werken dat kalenderjaar om te ruilen voor een willekeurige andere werkdag dat kalenderjaar, waarbij het aantal feest- en vakantiedagen zoals bepaald in artikel 8.1a (vakantiedagen) en 10.1 (verlofdagen) hetzelfde blijft. De bijzondere urentoeslag conform artikel 20 geldt uitsluitend op de erkende feestdagen in artikel 10.1.