Artikel 3Mijn werk
1. Proeftijd
De proeftijd in een arbeidsovereenkomst is als volgt:
- overeenkomst van zes maanden en korter: geen proeftijd
- overeenkomst langer dan zes maanden tot twee jaar: een maand
- overeenkomst voor onbepaalde tijd: twee maanden
De werkgever zal geen proeftijd overeenkomen als de werknemer voorafgaande aan een dienstverband dezelfde functie heeft uitgeoefend ten behoeve van de werkgever.
2. Opzegtermijn
In afwijking van artikel 7:672, lid 2 en lid 3 van het Burgerlijk Wetboek geldt voor zowel de werkgever, als de werknemer, een opzegtermijn van twee maanden. Van deze termijn kan bij individuele arbeidsovereenkomst worden afgeweken, waarbij de opzegtermijn niet korter kan zijn dan één maand.
3. Einde arbeidsovereenkomst
a. Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt:
- door opzegging door de werkgever of werknemer met inachtneming van de opzegtermijn;
- op grond van de overige wettelijke bepalingen.
b. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt op de laatste dag van de overeengekomen contractduur.
c. De arbeidsovereenkomst eindigt op dezelfde dag van de maand waarop de werknemer de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.