Artikel 11Bijzonder verlof
1. In geval van verzuim anders dan zoals bedoeld in Artikel 629 Boek 7 Titel 10 van het Burgerlijk Wetboek, wordt het loon niet doorbetaald, behalve in de hierna te noemen bijzondere omstandigheden gedurende de daarbij vermelde tijd, mits de werknemer dit tijdig aan de werkgever heeft medegedeeld voor zover dat mogelijk was. Het buitengewoon verlof wordt alleen toegekend op de dag zelf en indien de gebeurtenis daadwerkelijk wordt bijgewoond (voor zover relevant).
Het buitengewoon verlof bedraagt:
a. bij huwelijk of geregistreerd partnerschap, 2 dagen;
b. bij huwelijk van kind, broer, zuster, zwager, schoonzuster en bij (her)trouwen van een van de ouders of schoonouders, 1 dag;
c. in verband met de bevalling van de echtgenote, de geregistreerde partner of persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont of degene van wie de werknemer het kind erkent, inclusief het wettelijk recht op kraamverlof ingevolge artikel 4:2 Wet arbeid en zorg, 1 maal de arbeidsduur per week;
d. bij 25-, 40- en 50-jarig huwelijksjubileum van de werknemer, diens kinderen, (groot)ouders, mits tenminste 1 week tevoren kenbaar gemaakt, 1 dag;
e. bij 25- en 40- jarig dienstjubileum, 1 dag;
f. bij overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van inwonend kind, vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van begrafenis/ crematie;
g. bij overlijden van een van de ouders of een uitwonend kind, 2 dagen;
h. bij overlijden van broers, zusters, zwagers, schoonzusters, grootouders, schoonouders, schoonkinderen of kleinkinderen, 1 dag;
i. zowel bij opname in als ontslag uit een ziekenhuis van echtgeno(o)t(e) of ongehuwd kind, 1 dag;
j. bij elke verhuizing per keer 1 dag, doch nooit meer dan in totaal 2 dagen per 2 jaar;
k. bij vervulling van door de wet/overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting, die persoonlijk moet worden nagekomen over een redelijke tijd, hoogstens 1 dag.
Onder verzuim als bedoeld in dit artikel wordt verstaan het verzuim van de tijd waarin zou zijn gewerkt, indien niet verzuimd had moeten worden.
2. Waar in dit artikel wordt gesproken van ‘kind’ wordt hieronder ook verstaan stief-, adoptie- en pleegkind: kinderen van meer dan twee ouders. Waar in dit artikel wordt gesproken van ‘echtgeno(o)t(e)’ of ‘huwelijk’ wordt hieronder ook verstaan geregistreerd partner(schap).
3. Bij het ontbreken van een echtgeno(o)t(e) kan op verzoek van de werknemer daarmee gelijk worden gesteld de partner waarmee betrokkene samenwoont, op voorwaarde dat de werknemer dit voorafgaande aan de onder lid 1 genoemde gebeurtenissen kenbaar heeft gemaakt bij de werkgever.
4. Ouders met niet-traditionele gezinnen, zogenaamde Regenbooggezinnen, die een baby krijgen via een draagmoeder of adoptie hebben recht op vier weken geboorteverof, naast het wettelijke verlof. Centraal moet hierin staan de duurzame relatie tussen ouder en kind, ongeacht woonsituatie, leeftijd of biologische relatie.
5. Ouderschapsverlof: volgens de Wet arbeid en zorg (WAZO) hebben beide ouders recht op 26 weken (26 keer het aantal uren dat er per week gewerkt wordt) ouderschapsverlof op te nemen binnen 8 jaar na de geboorte. Van deze 26 weken zijn 9 weken betaald ouderschapsverlof in het eerste jaar na de bevalling of adoptie met een UWV-uitkering van 70% van het maximum dagloon. Overige weken zijn onbetaald ouderschapsverlof.
6. Geboorteverlof: geboorteverlof is het recht op verlof vlak na de bevalling van de partner. Partners kunnen één werkweek flexibel geboorteverlof opnemen binnen vier weken na de geboorte of adoptie met behoud van 100% van het loon. Daarnaast kan er aanvullend vijf weken geboorteverlof opgenomen worden. Dit extra verlof kan worden aangevraagd bij de UWV met behoud van 70% van het maximum dagloon.