Artikel 8Verlof
1. Vakantiedagen
Het aantal vakantiedagen bedraagt per jaar:
a. 24 dagen
Per 1 januari 2025: 25 vakantiedagen
Per 1 januari 2026: 25 vakantiedagen
b. in afwijking van gestelde onder sub a., bedraagt het aantal vakantiedagen per jaar bij een onafgebroken dienstverband van ten minste 5 volle jaren binnen de reisbranche bij het bereiken in het lopende vakantiejaar van de leeftijd van: 45 jaar: 25 dagen; 50 jaar: 26 dagen; 55 jaar: 27 dagen.
Met ingang van 1 januari 2026 is art. 8.1b vervallen. Iedere werknemer ontvangt per 1 januari 2025 25 vakantiedagen per kalenderjaar op fulltime basis. Alle werknemers die nu reeds recht hebben op extra vakantiedagen zoals benoemd in artikel 8.1b, behouden deze rechten en dus het aantal extra dagen zoals van toepassing is op 31 december 2025.
2. Verlofdagen naar evenredigheid
Wanneer de werknemer een deel van het kalenderjaar in dienst is geweest, of in het kalenderjaar of een deel daarvan in deeltijd heeft gewerkt, dan heeft hij naar evenredigheid recht op de in lid 1 genoemde vakantiedagen. Een werknemer die deeltijd werkt, bouwt ook vakantiedagen op over de dagen dat hij meer werkt dan zijn contractuele arbeidsduur, tenzij er sprake is van overwerk.
3. Nadere regeling opnemen vakantie
Het vakantiejaar is gelijk aan een kalenderjaar, tenzij in overleg met de OR of de personeelsvertegenwoordiging een andere periode wordt vastgesteld. De werkgever geeft nadere regelingen voor het opnemen van de vakantie. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast na overleg met de werknemer. De door de werkgever vastgestelde aaneengesloten vakantieperiode zal zo veel mogelijk beginnen tussen 30 april en 1 oktober.
4. Aaneengesloten vakantie
Per vakantiejaar heeft de werknemer het recht om ten minste drie weken aaneengesloten vakantie op te nemen. De werkgever heeft het recht om te bepalen, dat een werknemer ten minste twee weken aaneengesloten vakantie per vakantiejaar opneemt.
5. Vervaltermijn vakantiedagen
Wat de vervaltermijn van vakantiedagen betreft, wordt de wettelijke regeling aangehouden.
6. Verplichte vakantiedag
De werkgever heeft het recht om één vakantiedag per jaar als verplichte vakantiedag aan te wijzen.
7. Opnemen vakantie voor een bijzondere feestdag
De werkgever zal zoveel mogelijk tegemoetkomen aan verzoeken van individuele werknemers om een vakantiedag te mogen opnemen op een voor hen bijzondere feestdag (een religieuze feestdag)